In 1919 neemt de ‘Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten’, samen met het ‘Oeuvre Suisse en Belgique’ het initiatief om een wederopbouwwedstrijd in te richten. Volgens het architectuurtijdschrift ‘La Cité’ is Lier een duidelijk voorbeeld om te tonen hoe men dit moet aanpakken.
Een half jaar eerder hadden Mechelen en Antwerpen een wedstrijd ingericht, die op weinig belangstelling van architecten kon rekenen. De toegekende prijzen waren te laag en er bestond geen garantie dat het project kon gerealiseerd worden.
De bedoeling is nu om een publicatie over de wederopbouw uit te geven waarin Lier als voorbeeld naar voorkomt. Onderwerp van de wedstrijd zijn de wederopbouw van de buurt rond het Messenstraatje (nu Felix Timmermansplein) en de Vismarkt, beide pittoresk gelegen langs de Kleine Nete. Het Buildragershuisje en de Bakkerstoren, die de beschieting van 1914 hebben overleefd, moeten in het project worden geïntegreerd. Het toonaangevend architectuurtijdschrift ‘La Cité’ maakt uitgebreid publiciteit voor de wedstrijd. Het reglement wordt er in opgenomen.
Uiteindelijk nemen slechts drie architecten aan de wedstrijd deel. Winnaar wordt de architect Egide Van der Paal. Nog tijdens de wedstrijd heeft de stad Lier voor het gebied een nieuwe rooilijn vastgelegd, wat niet strookt met de ideeën van de inrichters van de wedstrijd. De wedstrijd is het zoveelste bewijs dat het niet mogelijk is een coherent beleid te voeren rond wederopbouw. Steden en particulieren trekken vaak aan hetzelfde zeel om het eigendomsrecht te vrijwaren. De invloed van de eigenaars van de bouwpercelen is bepalend. Een hele huizenrij met dezelfde stijlkenmerken is niet haalbaar.
Uiteindelijk krijgt Egide Van der Paal van het ‘Oeuvre Suisse en Belgique’ een prijs voor zijn ontwerp van de ‘Hoge Brug’, die volgens zijn plannen wordt herbouwd.
Auteur: Hugo De Bot