Frans Verschoren beschrijft verblijf in Londen tijdens WOI

Frans Verschoren , een Lierse vluchteling en tevens vriend van Felix Timmermans en Isidore Opsomer, beschrijft in enkele van zijn novellen het leven van de Belgische vluchtelingen in Londen tijdens de Eerste Wereldoorlog.

“…De dagen zyn droef en hopeloos dof…. We leven hier in volkomen gerustheid en hooren geen kanongebulder zooals we het maandenlang gehoord hebben in België….Toch is de oorlog alom! We slenterden gisteren avond door de Londensche straten meegedragen door den eindeloozen stroom, den levenden stroom die voortspoelt rusteloos en luidruchtig.
We gingen langs Leicester Square. Het avondde en door de donkere straten gleden de sombere massa’s van de rytuigen, bussen en autos, karig verlicht. In den hemel boven onze hoofden streepte een breede lichtbundel een onmetelyke lichtpluim die waaierde door het ruim: de zoeklichten in de buurt van Charing cross straalden hunne bundels over de stad, wandelden rusteloos heen en weer loerend door de wolken naar de mogelyke komst van Zeppelins.”

Voor de oorlog is hij in Lier een plaatselijke beroemdheid op literair gebied. Hij woont er in de Sint-Gummarustraat en is leraar aan de normaalschool. In augustus 1914  krijgt hij een benoeming als directeur van de middelbare school in Boom. Ondanks deze promotie blijft hij in de Netestad wonen. Zijn vrouw en kinderen vluchten voortijdig voor het oorlogsgeweld naar Engeland. Wanneer de toestand in Lier eind september onhoudbaar wordt, vlucht Verschoren naar Amsterdam.
In Amsterdam komt hij in contact met de romanschrijver Johan de Meester sr. Hij bezorgt Verschoren een aanbeveling voor A. Teixera de Mattos , een Engelse Nederlander en kenner van de Nederlandstalige literatuur. Verschoren steekt het Kanaal over en vervoegt zich bij zijn gezin. Zij vestigen zich te Great-Missenden, een klein dorpje  ten  noorden van Londen. Teixera bezorgt hem een betrekking bij de Britse censuur.

Verschoren beschrijft in zijn briefwisseling een wandeling met zijn vriend Isidore Opsomer door Londen, die eindigt in een drankgelegenheid ‘Monico’ op Piccadilly Circus. Daar centraliseert zich op dat moment het Belgische intellectuele culturele leven. Het is het trefpunt van Belgische letterkundigen, artiesten, journalisten en muzikanten.

Auteur: André Van den Broeck

Bron:
briefwisseling Frans Verschoren
BASTIAENSEN J., Frans Verschoren. De schrijver en zijn werk, in: ’t Land van Ryen, III, pp. 13-29 en 64-77.
VERSCHOREN F., Het gemartelde Lier. Antwerpen, 1919. Eveneens verschenen in het Frans: VERSCHOREN F., Lierre Martyre. Antwerpen, 1919. Door de auteur zelf vertaald.
VERSCHOREN F., Vlaamsche Humor. Amsterdam, 1922, pp. 151-166; AMVC, Briefwisseling Leo Simons, brief van F. Verschoren d.d. 7/01/1915.