Een Brits marinier sneuvelt in de tuin van het Casino

Ten zuiden van het Leopoldplein bevindt zich in 1914 nog het "Casino" omgeven door een grote tuin en ijzeren hekken. Het is een eclectisch gebouw uit 1851, naar ontwerp van architect Redig, opgetrokken door een zevental leden van de Grote Harmonie.


John Snell

“Het graf van een Engelsch mitrailleur (Hof Casino)
De band der mitraileuse omringt het graf.”
Dit opschrift staat op een postkaart met daarop een graf met een simpel kruis gemaakt van twee aan elkaar genagelde planken. Het opschrift is niet duidelijk leesbaar.

Wie was deze Engelse soldaat?
John Snell wordt op 20 februari 1877 geboren in Crediton, Devon in Engeland. Op 19-jarige leeftijd neemt hij dienst bij de Royal Marine Light Infantry.  Op 13 augustus 1908 trouwt hij met Alice.

Die Royal Marine Light Infantry maakt deel uit van de Britse Royal Marine Brigade . Op 4 oktober 1914 lost die een Belgische eenheid af en legt zich in stelling tegenover Lier.  De brigade bestaat uit drie bataljons en elk bataljon stuurt een compagnie vooruit om stelling te nemen aan de bruggen van de Nete in Lier. Zo zit het Chatham Battalion achter barricades opgesteld aan de brug aan de Antwerpsepoort. Om de Netebruggen te veroveren voert de Duitse macht op 5 oktober 1914 een aanval uit, waarbij de vooruitgeschoven compagnie van het Chatham Battalion zes soldaten verliest. Onder hen Private John Snell.

Private Snell wordt ter plekke begraven in de tuin van het Casino die aan de brug grenst. Het graf is duidelijk aangegeven en wordt niet alleen voorzien van een kruis, er staat tevens een plant op en er ligt een kogelband rondom.
Toch loopt er iets mis, want John Snell zijn naam wordt mee opgenomen op het monument in Nieuwpoort dat is opgericht ter herinnering van de nog vermiste mariniers.

Op 31 augustus 1928 wordt John Snell opgegraven uit de Casinotuin. Hij wordt eerst provisoir op de militaire begraafplaats aan de Mechelsesteenweg begraven, en een dag later wordt hij op het Schoonselhof in Antwerpen opnieuw begraven.

Auteur: Wim Govaerts