De slag aan de Nete[1]

Na de belegering van de forten door de Duitse troepen, moeten de Belgische eenheden de forten en verdedigingstellingen tussen Walem en Lier op 2 oktober 1914 verlaten. De Belgische troepen trekken zich terug achter de Nete. Ze graven er loopgraven en organiseren de verdediging van de overgangen en de noordelijke Netedijken. De Eerste Legerdivisie doet dat tussen Rumst en de overgang Antwerpen-Centraal. De Vijfde Legerdivisie  tussen de overgang Antwerpen-Centraal en Lier. De Tweede Legerdivisie fungeert als reserve.

Op zaterdag 3 oktober bezetten Duitse militairen het fort van Lier.

De stad Lier wordt op 4 oktober door de Belgische troepen achtergelaten, de bruggen door de genie opgeblazen. Spoedig valt de stad in Duitse handen. Op 4 oktober komen Britse mariniers in de omgeving van Lier aan, ze nemen posities in ten Noorden van de stad.

De Belgische en Britse legereenheden liggen achter de afleidingsvaart en de Nete en trachten zo de Duitse troepen tegen te houden.

De Duitse troepen zoeken al vanaf 3 oktober tussen Walem en Lier een zwak punt in de Belgische verdediging. Al spoedig vindt men dit in de omgeving van Lier, ter hoogte van Anderstad. Op 5 oktober ’s morgens begint de Duitse aanval op de Netestelling. Ze slagen er na een intens bombardement in om enkele troepen de Nete over te krijgen in de omgeving van Anderstad. Deze slagen erin door te stoten richting Hof van Ringen, de Mechelsesteenweg en het Hof van Lachenen. Al spoedig worden ze gevolgd door meer en meer Duitse eenheden en kunnen ze meer gebied innemen.

De chaos in de Belgische rangen is enorm, maar de Belgische legerleiding besluit toch om in de nacht van 5 op 6 oktober 1914 een grote nachtelijke tegenaanval te organiseren om de Duitse eenheden terug over de Nete te dwingen. Een bajonetaanval wordt uitgevoerd, hevige lijf-aan-lijfgevechten spelen zich af in de duisternis. Slechts enkele goed geleide groepjes behalen een lokaal succes en dringen door tot aan de Nete. De Belgische troepen zijn echter niet opgewassen tegen de Duitse overmacht, de tegenaanval mislukt. Onder de Belgische eenheden vallen veel slachtoffers.

Nadat de Netestelling is gevallen, trekken Duitse troepen overal de Nete over terwijl de Belgische en Britse eenheden zich naar Antwerpen terugtrekken. Na de doorbraak bij Lier, dreigen de Duitse troepen ook in Dendermonde de Schelde over te steken, wat een omsingeling van het Belgische leger zou betekenen. Via een botenbrug kan het veldleger uit Antwerpen ontsnappen en de haveloze massa trekt zich via het kanaal Gent-Terneuzen (9 oktober)  terug achter de Ijzer (14 oktober).  De vestingtroepen blijven achter om in te staan voor de verdediging van Antwerpen. Op 9 oktober capituleert de stad Antwerpen, de volgende dag is het de beurt aan de versterkte Vesting Antwerpen[2].

AUTEUR: Stijn Van den Bulck

Cannaerts Julien, Fort Lier Bijscholing Argus Lierse stadsgidsen, 2014.

[1] VAN DEN BULCK Stijn, Lier als garnizoensstad (1830-1914), Licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, departement geschiedenis, Leuven, 2002, p.144-150.

[2] VAN DEN BULCK Stijn, Lier als garnizoensstad (1830-1914), Licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, departement geschiedenis, Leuven, 2002, p.144-150.